Gentle Parenting is alleen voor zachte kinderen

Gepubliceerd op 19 november 2024 om 12:00

’Gentle Parenting is alleen voor stellen met zachte kindjes. Als je van die bad-ass-monster-kids hebt zoals ik dan is dat niet te doen. Die hebben gewoon een harde hand en duidelijke regels nodig’.

Ik denk dat het grootste misverstand over Gentle Parenting is,

dat je niet straft en altijd op je knietjes voor je kind gaat zitten om alles te bespreken en uit te leggen terwijl het kind als een Tazmanian-devil door het huis raast, spullen kapot maakt, loopt te schreeuwen en er geen land mee te bezeilen is.

En dat is nou precies niet wat Gentle Parenting inhoud. De naam is daar deels schuldig aan, want het insinueert wel dat het allemaal zachtaardig gaat. Daarom vind ik responsive Parenting, of in het Nederlands; Responsief Ouderschap een betere term.

Laten we er eens even induiken met de volgende casus:

Bart van 3 jaar oud moet om 19.00 uur naar bed. De ouders van Bart hebben op tijd aangegeven dat het bijna bedtijd is, ze hebben samen opgeruimd en de pyjama aangetrokken. Alles verloopt soepel, en Bart werkt lekker mee. Bij het tandenpoetsen gaat het mis. Bart wil zijn tanden niet poetsen. Niet zelf, niet samen, niet met een liedje, niet terwijl hij hun tanden poetst, gewoon niet. 

1) Gentle Parenting zoals mensen denken dat het werkt:

“Maar Bartje-liefje, waarom wil jij je tandjes dan niet poetsen moppie? Kun je zeggen wat je dan voelt? Maar vind je het dan niet belangrijk dat je tandjes schoon zijn? Als je je tandjes niet poetst dan krijg je gaatjes, wil je gaatjes in je tandjes? Zal mama eerst haar tandjes even poetsen? Wil jij mama’s tandjes poetsen? Wil je eerst nog wat eten en dan je tandjes poetsen? Als jij nu je tandjes poetst dan lees ik 700 verhaaltjes voor en dan hoef je pas over 5 uur te gaan slapen!”

2) Hoe mensen vinden dat je dit aan moet pakken:

“Bart, ik waarschuw nog 1x en dan ga je je tanden poetsen. Doe je dat niet dan lees ik geen verhaaltje voor. Kies maar!” Bart weigert nog een keer en smijt zijn tandenborstel door de badkamer. Ouders verliezen hun geduld, worden boos en zetten Bart in zijn bed. “Als jij niet normaal kan doen dan ga je maar gewoon slapen. Tot morgen!!” De deur gaat met een bons dicht en Bart begint te huilen. De ouders negeren het gehuil tot het is gestopt, het is tenslotte zijn eigen schuld.

3) Responsief Ouderschap zoals het eigenlijk bedoeld is:

”Bart, het is avond en je gaat zo naar bed. Als je naar bed gaat poets je je tanden, anders krijg je gaatjes. Wil je zelf poetsen of moet ik je helpen?” Bart houd voet bij stuk en wil niet poetsen. “Ga je zonder poetsen naar bed? Dan lees ik ook geen verhaaltje voor. Jij mag kiezen” Bart wil nog steeds geen tandjes poetsen en gooit de tandenborstel door de badkamer. De ouder zet Bart in zijn bedje, geeft hem een kus en zegt welterusten. Bart moet huilen, want hij wil wel een verhaaltje. De ouder gaat na het opruimen van de badkamer terug naar Bart en maakt contact met hem. Bart kruipt op schoot en vraagt om een verhaaltje. De ouder legt uit dat gedrag consequenties heeft. Hij wilde niet poetsen, en de consequentie was dat hij geen verhaaltje krijgt. De ouder houd voet bij stuk, maar neemt wel de tijd om Bart te troosten.

En dáár zit het verschil! Een kind tot 3 à 4 jaar kan zichzelf nog niet troosten, daar hebben ze jou voor nodig.
Het scenario kan uiteraard 2 kanten op ontwikkelen, afhankelijk van hoe de ouders erin staan. Toch nog poetsen en dan een verhaaltje? Niet meer poetsen en geen verhaaltje maar wel troosten? Het kan allemaal, net wat jullie als ouders zelf fijn vinden. Maar je ziet dat er grenzen zijn, en dat er ook ‘gestraft’ word. 

Nog een voorbeeld?

Maggie van 2 zit TV te kijken. Na een tijdje zet de moeder van Maggie de TV uit, en Maggie begint te huilen omdat ze nog meer TV wil kijken.

1) Gentle Parenting zoals mensen denken dat het gaat:

”Maggie, de TV zetten we nu even uit oké? Ga je ergens anders mee spelen? Zal ik je ergens mee helpen? Zullen we samen spelen? Kom we gaan naar de winkel, dan kopen we wat nieuws! Wil je dit Disney-poppenhuis? Zal ik de halve Intertoys voor je leegkopen?? Als je vijf minuten zelf gaat spelen mag je weer TV kijken oké?”

2) Hoe mensen vinden dat je dit aan moet pakken:

”Maggie, ga lekker spelen. Je hebt spullen genoeg, je gaat maar even wat anders doen.” Maggie blijft huilen. Na 5 minuten is moeder het zat. “Maggie, stop met huilen. Als je niet stopt dan ga je maar op de trap zitten. Er is geen reden om te huilen, dus hoef ik er ook niet naar te luisteren.” Maggie beland op de trap, waar ze na 10 minuten stopt met huilen. Ze komt weer terug naar binnen en gaat stilletjes met haar speelgoed zitten spelen. Moeder is blij, want de methode heeft gewerkt.

3) Responsief Ouderschap zoals het eigenlijk bedoeld is:

”Maggie, ik snap dat je het niet leuk vind dat de TV uit is. Kom eens bij me zitten” Moeder trekt Maggie op schoot en troost haar. Na een paar minuten zegt ze “zullen we de blokken op de grond zetten om mee te spelen?” Maggie gaat nog harder huilen en blijft vragen om de TV. Moeder troost Maggie weer, kijkt naar Maggie of ze misschien moe is en knuffelt nog even. Daarna probeert ze haar nog eens af te leiden met iets anders. “Zullen we de pop aankleden en in de poppenwagen doen?” Daar heeft Maggie wel zin in en moeder helpt Maggie even op weg met haar spel waarna Maggie zelf verder gaat spelen.
Maggie leert in dit scenario dat ze verdrietig mag zijn omdat ze iets niet meer mag. Ze leert ook dat het gevoel weer overgaat, en hoe ze dan de draad weer op kan pakken.

Het verschil tussen oplossing 2 en oplossing 3 is dat je bij 2 de connectie tussen jou en je kind verbreekt.

Je kind is dan gedwongen om het zelf op te lossen, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat je kind daar nog helemaal niet toe in staat is. Het cognitieve brein, dat het vermogen bevat om zelf te reguleren (troosten) en zelf dingen op te lossen begint pas vanaf het derde levensjaar te ontwikkelen. Je kind onder de vier jaar oud is dus letterlijk niet in staat om zichzelf te troosten of om zelf een oplossing te vinden voor de emoties die hij/zij voelt.

Bij oplossing 3 blijf je in verbinding met je kind, maar houd je wel vast aan de grens die je gesteld hebt. Je leert je kind om te gaan met de emoties die het voelt zonder ineens wel toe te geven aan de eerder gestelde grens als je dat niet wil. Responsief Ouderschap heeft dus niets te maken met ‘toegeven’, ‘zachte kindjes’ of dat het niet geschikt is voor kinderen met een sterke wil. Juist die kinderen hebben baat bij het leren omgaan met hun emoties en hoe ze door een driftbui heen kunnen komen. En ja, dan kun je met je kind praten over wat hij/zij voelt. “Ben je boos dat ik geen verhaaltje voorlees?” of “ben je verdrietig dat de TV uit moet?”. Daar is niets mis mee. Door je kind te helpen begrijpen wat hij/zij voelt, kunnen ze het makkelijker verwerken, leren met die emoties om te gaan, en daar hebben ze later in hun leven profijt van.

Heb jij vragen over Responsief Ouderschap of kom je er niet uit met jouw kindje? Neem dan gerust contact met me op, ik denk graag met je mee!