Ik vergeet nooit meer dat ik binnenkwam bij een kraamgezin op de derde dag, vrolijk zoals altijd. “Goedemorgen!” zei ik, terwijl ik de deur binnenstapte. Op de bank zat de bewuste moeder onder een dekentje, met de baby op schoot. “Nou, laat dat ‘goede’ maar weg” zei ze. Uiteraard schoot ik in de lach, en zij misschien ook een klein beetje (toch Lin?).
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik, gaat het niet goed?
Nee, het was (op dat moment) compleet vreselijk afschuwelijk. De nacht was een hel geweest, en het kindje had ‘alleen maar gehuild’. Een uur slaap? Dat zou ruim gerekend zijn. En nee, dit gezin was geen uitzondering. Wel in de reactie, want zo droog heb ik ze daarna nooit meer gehad 😉. Maar die tweede nacht, daar kun je heel wat over vinden als je gaat googlen op internet.
Maar waarom is die tweede nacht dan zo onrustig? Waar komt het vandaan? En waarom lijken alle baby’s het wel te hebben?
Als we eerst eens kijken naar het begin van hun leventje, dan is dat moment in die tweede nacht nog niet zo heel lang geleden.
Ze hebben meerdere uren weeën te verduren gehad en zijn uiteindelijk geboren in een voor hun onbekende wereld. In de eerste 24 uur slapen de meeste baby’s heel veel. Dit heeft de natuur zo geregeld, omdat ze dan mooi de kans krijgen om te herstellen. En jullie als ouders ook, want er is nogal wat gebeurd!
Baby’s ervaren in die tweede nacht dingen die ze nog nooit ervaren hebben. Honger, kou, kleding op hun huidje, een luier om hun billetjes, een muts op het hoofdje. Geluiden zijn harder, licht is feller, prikkels komen keihard binnen. Ze moeten zelf leren drinken (zuigen, slikken, ademhalen), ze missen de geluiden uit de baarmoeder (het ruisen van je bloed, het borrelen van je darmen, het kloppen van je hart), en ze zijn voornamelijk op zoek naar veiligheid en troost.
Na die eerste nacht komt er overdag vaak al wat visite, terwijl je baby lekker lag te slapen.
Daar heeft je kindje toch geen last van? Soms niet inderdaad, dat hangt er onder andere vanaf hoe de visite verlopen is. Mochten ze allemaal van een afstandje even kijken? Of hebben ze de baby allemaal even vast mogen houden? En hoeveel visite is er geweest? En hebben jullie al oudere kinderen die ook geluid maken en lekker om de baby heen lopen te spelen? Op zich hoeft dit allemaal geen probleem te zijn, maar tel je hier de geboorte en prikkels van hierboven bij op, dan is het allemaal best veel. En de ene baby kan dit beter hebben dan de andere baby, maar het kan dus zomaar meespelen in de onrustige tweede nacht. Dus lees je dit stuk vóór de tweede nacht, bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap, onthoud dan: baby’s verwerken prikkels in de nacht. Bij voorkeur door te huilen, want veel anders dan dat kunnen ze nog niet. Dus het kan handig zijn om in die eerste periode terughoudend te zijn in wie de baby allemaal vast mogen houden. Eigenlijk zouden alleen jullie dat moeten doen, misschien ondersteund door de kraamverzorgster. Laat de baby in ieder geval niet ‘van hand tot hand’ gaan. Dit zou je zelf na vijf ritten in de achtbaan ook niet leuk vinden…
De derde factor die meespeelt is de hersenontwikkeling.
Je baby wordt geboren met een soort ‘fabrieks-instelling’. Hij kan in de basis eten, verteren en in leven blijven met een hartslag en ademhaling, maar daar houdt het wel een beetje op. Je baby kan zichzelf niet warm houden, je baby kan zichzelf niet troosten. Dat zijn vaardigheden die je kind in de eerste jaren van zijn leven gaat leren en de ontwikkeling daarvan is geheel afhankelijk van de breinontwikkeling van je kindje en van hoe jij met je baby omgaat. Ik vertel daar uitgebreid over in de cursus Liefdevolle Verwachting, dus als je daar meer over wil weten, meld je dan vooral aan!
Maar die breinontwikkeling, of eigenlijk het onderontwikkeld zijn van dat brein, maakt dat jullie baby heel aanhankelijk is. En dat is goed!! Door het aanhankelijk zijn reguleert de baby zijn/haar vitale functies, het helpt bij de hersenontwikkeling en het helpt bij het op gang brengen van de borstvoeding. Dit is natuurlijk een beetje rot als je geen borstvoeding kan of wil geven, maarja, het is nou eenmaal hoe de natuur het bedacht heeft (don’t shoot the messenger!).
De vierde factor die meespeelt in die onrustige tweede nacht,
is het omgedraaide dag- en nachtritme. Oftewel, het ontbreken van het circadiaans ritme, wat bij ons volwassenen helemaal ontwikkeld is. Het circadiaans wat?! Het circadiaans ritme is een ritme wat ervoor zorgt dat wij als volwassenen moe worden rond een uur of 22.00 in de avond, en wakker worden rond een uur of 7.00 in de ochtend. Uitzonderingen daargelaten, die bevestigen de regel 😉. Maar bij baby’s ontbreekt dat circadiaans ritme, dat gaat zich in de komende weken ontwikkelen. Je baby leeft in een soort omgedraaid ritme, en dat is veroorzaakt in de zwangerschap.
Overdag was moeder lekker in de weer. Lopen en bewegen, waarmee ze de baby heerlijk in slaap wiegde de hele dag door. ‘s Avonds bij het naar bed gaan zei ze tegen vader ‘voel eens aan mijn buik, hij is heerlijk aan het bewegen!’ Vader voelt en zegt ‘Zo hé! Ik voel het echt duidelijk!’ en hij begint tegen de baby te praten. Dit zijn natuurlijk magische momenten, en absoluut de mooiste herinneringen aan de zwangerschap. Maar dat ritme van overdag lekker dutten, en ‘s avonds en ‘s nachts actiever zijn raakt je baby niet kwijt bij de bevalling. Dat heeft tijd nodig. Overdag is het licht en is er geluid en gezelligheid. In de nacht is het donkerder, rustig en doe je zo min mogelijk handelingen. Dan draait dat ritme vanzelf om. Hoe lang duurt dat? Ergens tussen de 6 en 16 weken 😬😬😬.
Nou, allemaal super leuk Lin, heel fijn. Maar nu, hoe komen we die vreselijke tweede nacht door?!
Tip 1: Blijf rustig, ga niet aan jezelf twijfelen, jullie doen het prima. Je baby verhongert niet, je hebt die luier al gecheckt, de temperatuur is goed, er is niets aan de hand. Niets anders dan dat de baby jullie vast wil houden. Of vastgehouden wil worden door jullie. Misschien iets liever door mama dan door papa, maar afwisseling is goed. Het gaat de volgende nacht echt weer een stukje beter, en dit blijft niet altijd zo. De nacht is straks ook gewoon weer voorbij, en dan ziet de wereld er gelijk weer een stukje beter uit.
Tip 2: Als je borstvoeding geeft, leg aan. Zo vaak en zo lang als je baby wil. Het is niet erg, het is niet raar, je verwend de baby niet en het is goed voor je productie. Het gaat niet alleen om de melk, het zuigen (aan de borst) geeft troost, en dat helpt je baby enorm. Geef je kunstvoeding, dan kun je de voeding eventueel opdelen in meerdere kleine slokjes met wat minder tijd ertussen, of tussendoor een speentje aanbieden.
Tip 3: Wissel af. Ik ben echt een aanhanger van de term ‘gedeelde smart is halve smart’ hoor, maar jullie hoeven niet allebei te lijden. Als de een met de baby bezig is en dan kan de ander misschien een uurtje slaap proberen te pakken. Draai het om indien nodig.
Tip 4: Lees je van te voren in over veilig samen slapen. Het is een enorm taboe in Nederland en de westerse wereld, maar het kan echt veilig! De Amerikaanse PhD James McKenna heeft er een heel mooi boek over geschreven, waarin hij uitlegt wat de voordelen van slapen met je baby zijn, maar ook welke risico’s je van te voren moet weten. Door je baby niet steeds te proberen weg te leggen in het eigen bedje, blijft je baby slapen en kun jij ook je ogen dicht doen. Maar nogmaals: DOE HET VEILIG!!
Tip 5: Het boek ‘Zachte Nachten’ van Hanne Wils en Anouk van Nuffel is naar het boek van McKenna echt een aanrader. Fantastisch geschreven, gebaseerd op wetenschappelijke onderzoeken en het geeft een mooi, reëel beeld van wat je kunt verwachten.