‘Dan moet je ze geen keuze geven.’ Het klinkt zo simpel, maar is echt de sleutel tot minder drama met je peuter/kleuter/schoolkind/puber/partner🤪. Nou ben ik geen opvoedcoach of guru, maar na een jaar of 18 moederen over 1, 2 en 3 kinderen en een huwelijk van 19 jaar durf ik wel wat tips te geven. En deze tip is een gouden tip hoor. Komt ie:
”Na het eten gaan we lekker naar buiten” zegt moeder tegen het meisje (3 jaar).
Het meisje kijkt haar aan en zegt “ja”, en als ze klaar is met eten mag ze vast van tafel terwijl de ouders nog even blijven zitten. Het meisje zoekt nog wat te spelen op, en zit al snel zoet te spelen met haar poppen. De ouders ruimen de tafel af en trekken hun schoenen aan.
”Kom, ga je mee naar buiten?” vragen ze. Maar in plaats van een enthousiaste reactie zegt het meisje “Nee!”.
“Jawel”, zegt vader, “kom op, wil je niet even lekker wandelen?” Wederom zegt het meisje “Nee, ik speel met mijn pop!”
Maar de ouders hadden nou eenmaal een planning, en dat wandelingetje hoorde daarbij. Dus het meisje moet mee, en ze helpen haar met het aantrekken van haar schoenen en haar jas.
Uiteraard terwijl het meisje moord en brand schreeuwt en roept: “Ik wil niet mee, ik wil met mijn pop spelen!”
Dit is wat ik bedoel met ‘als ze niet te kiezen hebben, dan moet je ze geen keuze geven.’ In het begin van de situatie geeft moeder een mededeling aan het meisje, en ze gaat daar in mee. Na het eten, als het kind heerlijk opgeslokt is in haar spel, vragen ze haar of ze mee wil naar buiten. Het meisje krijgt een vraag, en dus kun je verwachten dat ze daar een antwoord op geeft dat haar het beste uitkomt. Nee dus, in dit geval. Is dit gek?
Ik denk het niet. Als ik tegen mijn man zeg “wil je vanavond de bloemkool of de wortelen eten?” en hij zegt “doe maar de wortelen!”. Maar vervolgens maak ik de bloemkool (want die moest eerder op!) dan zegt hij ook “waarom vraag je het dan??”
Dit wil niet zeggen dat je je peuter/kleuter/schoolkind/puber/partner🤪 alles maar op moet leggen en op moet dringen. Maar als je een vraag stelt, dan kan het antwoord ook wel eens een antwoord zijn dat jij niet wil. Dus wees daar dan ook op voorbereid.
Hoe had je dit ook aan kunnen pakken?
”Na het eten gaan we lekker naar buiten” zegt moeder tegen het meisje (3 jaar). Het meisje kijkt haar aan en zegt “ja”, en als ze klaar is met eten mag ze vast van tafel terwijl de ouders nog even blijven zitten. Het meisje zoekt nog wat te spelen op, en zit al snel zoet te spelen met haar poppen. Moeder ziet dat, en zegt tegen het meisje: “als wij zo de tafel afgeruimd hebben dan gaan we naar buiten weet je nog?” Het meisje kijkt haar moeder aan en hoort haar.
De ouders ruimen de tafel af en moeder zegt: ”Kom, we gaan nu lekker naar buiten” en ze trekken hun schoenen aan. “Je bent lekker aan het spelen met je poppen, laat ze maar liggen dan kun je straks weer verder”. Doordat ze het kind erkennen in het spel, en eerder waarschuwen dat het bijna tijd is om te gaan is het voor het meisje minder plotseling en bovenal duidelijk.
Het wil niet zeggen dat je kind hier geen drama gaat maken, want dat doen kinderen.
Ze kunnen nog niet vooruit denken en plannen, dus ‘straks’ en ‘later’ zijn hele moeilijk begrippen voor een jong kind. Maar doordat je al op tijd waarschuwt dat het spel bijna klaar is en je wat verwacht van je kind, heb je daar ook tijd voor en geef je je kind de tijd om het te verwerken.
Deze situatie kun je ook gebruiken voor bedtijd, douchen, aan tafel gaan, opruimen, enz. Het principe werkt eigenlijk overal en met elke peuter/kleuter/schoolkind/puber/partner🤪
Overigens hoef je je kind nergens toe te dwingen hè, je kunt je kind gerust keuzes geven. Maar wees je dan wel bewust van het feit dat het antwoord misschien niet is wat jij wil horen. En dat je daar dan dus tijd voor vrij moet maken in het geval dat je kind een andere keuze heeft.
“We gaan zo naar binnen om te eten, zullen we op gaan ruimen?”
Uiteraard zegt je kind hier hoogstwaarschijnlijk “nee” op 😉. Nu kun je doorduwen, maar ja, als ze niets te kiezen hebben dan moet je ze geen keuze geven. En jij hebt ze een keuze gegeven, en dan heb je daar ook naar te luisteren. Dus in dit geval zou je kunnen zeggen: “oké, dan blijven we nog 5 minuten buiten. Dan ruimen we daarna op, dat is ook goed.” Je erkent hiermee het antwoord en de keuze van je kind, maar begrenst ze wel in hoe lang het nog mag duren.
Bedenk dus bij elke situatie met je peuter/kleuter/schoolkind/puber/partner🤪 of ze een keuze hebben, en aan de hand van de tijd die je hebt of de vrijheid die je ze wil geven kun je je zin formuleren.
Naar bed gaan is ook zo’n mooie. In de kraamgezinnen kom ik het regelmatig tegen.
“We gaan zo lekker naar bed Sjaak” zegt vader. “Ja” zegt Sjaak (2 jaar). Maar eerst moet vader nog van alles doen, en Sjaak gaat maar weer spelen met zijn treinbaan. De vermoeidheid speelt in deze situatie ook mee, en dat maakt het extra moeilijk.
“Zullen we zo naar bed gaan?” vraagt vader als de klusjes klaar zijn. “Nee!” zegt Sjaak, want hij is heerlijk met zijn treinbaan aan het spelen. Het spelen gaat wilder en wilder, en met meer en meer geluid. Vader denkt “hij is nog zo druk, ik laat hem nog even lekker uitrazen”, maar in negen van de tien gevallen wordt het kind drukker naarmate de vermoeidheid opbouwt.
“Het is bijna bedtijd Sjaak, ga je zo mee naar boven?” probeert vader nog een keer. “Nee, ik speel met de TREEEEIIIIIINNNNN” brult Sjaak.
Deze situatie kun je waarschijnlijk niet meer uit zonder drama. Uiteraard kun je nog de zinsopbouw veranderen zodat Sjaak doorkrijgt dat er niets meer te kiezen is, en hem een begrenzing geven van 5 minuten. Maar dan zal de vermoeidheid waarschijnlijk alsnog voor het drama-effect zorgen, want een peuter zonder rationeel brein weet nou eenmaal niet dat hij van een slaapje op gaat knappen en dat de wereld daarna gewoon weer verder draait.
In deze situatie had vader beter eerst Sjaak naar bed kunnen brengen voor de klusjes. Het mannetje was er klaar voor, en hij was er aan toe. Door hem de kans te geven weer te gaan spelen, en vervolgens ook nog drukker en drukker te worden, werd het simpelen ‘naar bed brengen’ moeilijker en moeilijker.
Samenvattend:
- Als je kind niets te kiezen heeft, geef hem dan geen keuze
- Je peuter/kleuter heeft nog geen besef van ‘straks/later/zometeen’. Maak het duidelijk met een voorbeeld: ‘als ik dit heb opgeruimd dan gaan we’ of ‘als de wijzer van de klok daar staat dan doen we dit’
- Je kunt je kind echt wel keuzes geven. Maar begrens de keuze (Wil je nu of na het eten de boel opruimen? Wil je deze of die kleren aan?), of houd rekening met de eigen wil van je kind.